Tunnelvisie binnen de geneeskunde: de ziekte van Parkinson
Bijna 50 jaar focus op het dopamine systeem heeft bijgedragen aan de beeldvorming over de ZvP als een aandoening met voornamelijk motorische stoornissen. Een goed voorbeeld van tunnelvisie. Maar tunnelvisie heeft meestal een prijskaartje.
Een mooie opening over het bestaan van tunnelvisie binnen de geneeskunde, uit de oratie van de neuroloog professor J.J. van Hilten. Zijn rede kreeg als titel mee: Stilstaan bij bewegen. Over de hardware en software problemen van het bewegen.
Of, zoals hij zelf dat zo treffend formuleerde:
Pas de laatste 20 jaar heeft het werkelijke gezicht van de ZvP zich afgetekend. Dementie, depressie, slaap‐/waakstoornissen, reukstoornissen en stoornissen van blaas, darm en bloeddrukregulatie maken deel uit van het klinische spectrum. Daarnaast blijkt de medicatie die gebruikt wordt om de motorische stoornissen te behandelen, nieuwe stoornissen te veroorzaken. Dit betreft vooral overbeweeglijkheid, hallucinaties, slaperigheid overdag en in een kleiner percentage van de patiënten dwangmatige verschijnselen als hyperseksualiteit, gokken of excessief koopgedrag.
Beperkte modellen van de ziekte van Parkinson
Van Hilten geeft aan dat men de laatste 20 jaar wel bezig is geweest om voor de ZvP een model voor de achteruitgang van het ziekteproces te maken, maar dat die modellen te beperkt waren. Te beperkt door de dominantie van het bovengenoemde denkraam of paradigma. Modellen hoe de achteruitgang bij de ziekte van Parkinson optreedt, helpen bij de studie die het effect van een ziektemodificerende behandeling moet evalueren. Maar als de modellen steeds gebaseerd zijn op het ontstaan en het beloop van de motorische stoornissen, dan voldoen ze niet aan de wens om patienten daarmee optimaal te helpen!
Omdat iedereen door de bril keek van ‘de ziekte van Parkinson is een motorische ziekte’, werden veel andere symptomen gemist. Bijvoorbeeld stoornissen als obstipatie, reuk‐ en slaapstoornissen zijn vroege uitingen van de ziekte die al 10 jaaar aanwezig kunnen zijn voordat de ziekte van Parkinson herkend en gediagnosticeerd wordt (als motorische aandoening). Die invalshoek beperkt dus duidelijk de blik en maakt artsen ziende blind.
Dat er niet-motorische symptomen zo duidelijk aan het begin van de ziekte aanwezig zijn, maar niet herkend worden, is inmiddels begrijpelijk geworden uit het werk van de Duitse patholoog‐anatoom Braak. Braak vond dat de ZvP begint in hersengebieden voor reuk en voor het autonome zenuwstelsel. Pas daarna breidt het ziekteproces zich uit over het centrale zenuwstelsel en naar de zo vaak genoemde zwarte kern, de substantia nigra. Daarbij worden dan naast de voor dopamine belangrijke zenuwcellen ook allerlei niet-dopaminerge zenuwcellen aangetast.
Tunnelvisie leidt tot zinloos transplanteren
Tunnelvisie leidt ook tot heroiek die totaal onaangepast is, namelijk de hele celtransplantatie craze rondom de ziekte van Parkinson. Het transplanteren van cellen met als enige doel om het dopamine-systeem te herstellen is zinloos, als we nu weten dat, zelfs als dat zou slagen, er veel niet‐motorische verschijnselen van de ziekte overblijven.
Verder leidt de myopie, de kortzichtigheid, ook tot het leggen van foute accenten bij de behandeling. We citeren de hooggeleerde:
In de dagelijkse praktijk gaat alle aandacht uit naar de motorische stoornissen van ZvP. Uit meerdere onderzoeken bij patiënten met de ZvP blijkt echter dat niet de motorische stoornissen, maar de stemmingstoornis de belangrijkste bepalende factor van kwaliteit van leven is.
Zo laat Van Hillen zien hoe krachtig de beperkte tunnelvisie is, zowel op het gebied van hoe we een ziekte zien, als de wijze waarop we de patienten behandelen. Hoezo objectieve wetenschap?
Bron:Stilstaan bij bewegen. Over de hardware en software problemen van het bewegen. Rede uitgesproken door Prof. dr. J.J. van Hilten bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar op het gebied van bewegingsstoornissen in de neurologie, waaronder de ziekte van Parkinson, aan de Universiteit Leiden op vrijdag 23 mei 2008
Voorbeeld over de invloed van de gedachten van een ZVP patiënt op een gebeurtenis.” Zij zit morgens om 8.00 uur ontspannen te puzzelen. De benen en de arm tremor zijn kalm. 8.10 uur belt de tandarts. Ze hoeft vandaag niet te komen voor de noodvulling en kan over twee dagen terecht voor de zenuwbehandeling. De benen en de armtremor bewegen heftig en de freezing speelt op”