Freud en de psychoanalyse
Freudiaanse Psychoanalyse: Sigmund Freud (1856-1939), was de grondlegger van de dieptepsychologie en al in zijn tijd een zeer bekend psychiater. Zijn bekendheid komt deels door de grote kritiek die hij op zijn werk en zijn theorieen kreeg. In de Victoriaanse tijd waarin hij leefde was namelijk alles wat verwees naar seksuele driften en frustraties daardoor taboe.De dieptepsychologie volgens Freud heeft als uitgangspunt dat de menselijke "psyche" te vergelijken is met een ijsberg. Alleen 10% is zichtbaar, dat wil zeggen bewust. Het andere 90% is niet zichtbaar en blijft dus onbewust. In dit onbewuste bevinden zich volgens Freud voornamelijk verdrongen driften, wensen en fantasieën. Via deze fantasieën zoekt de mens die zijn sexuele wensen verdringt toch naar lustbevrediging. Zo gauw een drift niet snel of niet goed genoeg bevredigd wordt, ontstaan er frustraties. Volgens Freud is de kunst van het leven en van het menszijn het balans kunnen vinden tussen het onderdrukken en bevredigen van deze driften. Hij heeft dit als volgt geformuleerd in zijn theorie: De menselijke "psyche" bestaat uit drie afzonderlijke gebieden:
Het Es; het onbewuste.
Simpel gezegd de drang naar lust. Dit Es hangt samen met de onbevredigbare hebberigheid van de mens en zijn driften.
Het Uber-ich; het geweten.
Onze normen en waarden die we geleerd hebben en die de mens aanpassen aan wat accepteerbaar is in de maatschappij.
Het Ich.
De balans die bestaat tussen het Es en het Uber-Ich. Volgens Freud’s standpunten berust het gehele leven van de mens op een gevecht tussen het Es en het Uber-Ich. Tussen wat maatschappelijk gepast is en ongepast, tussen ‘Goed’ en ‘Kwaad’.
Misschien is dit het beste te vergelijken met het beeld van een engeltje en een duiveltje die op de schouders van de mens zitten en hem proberen te overreden met hun eigen gedachtes. Op basis van deze ideeen ontstond de psychoanalyse van Freud. Volgend op Freud waren er veel analytici, waaronder zijn dochter Anna Freud, die zijn gedachtengoed verder ontwikkelden. Er ontstond op basis van die ontwikkelingen de neoFreudiaanse psychoanalyse.
Freud als alternatief arts
Toen Freud zijn gewaagde stellingen poneerde behoorde hij tot de alternatieve geneeskundigen, hij trapte tegen aardig wat heilige huisjes aan. In de jaren 20-50 van de vorige eeuw werd de psychoanalyse langzaam algemeen geaccepteerd. Na de tweede wereldoorlog bleek echter meer en meer dat het vrijwel onmogelijk was om het psychoanalytische gedachtengoed te toetsen, en dat therapie vaak jaren duurde. De laatste veertig jaar is de psychoanalyse niet meer mainstream, en wordt steeds minder ingezet.
Leerlingen van Freud, zoals Wilhelm Reich ontwikkelde mer effectievere vormen van interventies, zoals lichaamswerk. Reich legde de basis voor de moderne bodymind benadering.