Arthur J Deikman: Integrale visie op bewustzijn
Een nieuw conceptueel kader om over het bewustzijn na te denken en haar manifestaties te begrijpen. Dit is ontworpen door Professor Arthur J. Deikman. Deikman studeerde aan het Harvard College en de Harvard Medical School and is psychioater en neuroloog. Momenteel is hij hoogleraar klinische psychiatrie aan de University of California, San Francisco. Dr. Deikman is een pionier op het gebied van de wetenschappelijke onderzoeken naar het bewustzijn en meditatie, alsmede de mystieke ervaring. Genoeg reden om zijn visie hier te bespreken, met name omdat hij een bijzonder overzicht heeft!Veel Ikken…maar maar 1 IK
We hebben of zijn niet een ik, er zijn vele ikken in ons. Zo begint Deikman zijn grenzenverleggende analyse van ons bewustzijn.
We seem to have numerous ‘I’s. There is the I of `I want’, the I of `I wrote a letter’, the I of `I am a psychiatrist’ or ‘I am thinking’. But there is another I that is basic, that underlies desires, activities and physical characteristics. This I is the subjective sense of our existence.
De ‘kern-IK’ is dus verschillend van al onze identiteiten, die we in het dagelijks leven ervaren. Deze gedachte, vand e vele ikken is in het begin van de vorige eeuw al ontwikkeld door de Russische mysticus G.I. Gurdjieff. Deikman pakt dit op. Hij verwoord het verschil tussen dat ene IK en al die andere manifestaties van ons bewustzijn als volgt:
It is different from self-image, the body, passions, fears, social category these are aspects of our person that we usually refer to when we speak of the self, but they do not refer to the core of our conscious being, they are not the origin of our sense of personal existence.
Een ‘IK zoek’ Experiment
Deikman stelt een simpel gedachten en ervarings experiment voor: stop met wat je doet en richt je waarneming naar binnen. Kijk of je in contact kan komen met het meest kernachtige van je zijn, wat is de wortel van dat IK gevoel? Probeer dat te vinden…:
Experiment 1: Stop for a moment and look inside. Try and sense the very origin of your most basic, most personal `I’, your core subjective experience. What is that root of the ‘I’ feeling? Try to findit.
Wat kom je tegen? Deikman begeleidt dat zoeken door er het licht van de directe waarneming op te laten schijnen. Wat neem je waar? Er gebeurd van alles, maar dat wordt wel waargenomen. Er is dus een aspect van het bewustzijn dat innerlijk de processen van het bewustzijn waar kan nemen. Hij sluit daarbij aan bij de advaita traditie en de moderne mindfulness. Dat waarnemende bewustzijn noemt hij de Waarnemer. Het is dat wat wij in onze utube filmpjes over mindfulness ’the watcher on the hill’ noemden.
When you introspect you will find that no matter what the contents of your mind, the most basic `I’ is something different. Every time you try to observe the `I’ it takes a jump back with you, remaining out of sight. At first you may say, `When I look inside as you suggest, all I find is content of one sort or the other.’ I reply, `Who is looking? Is it not you? If that ‘I’ is a content can you describe it? Can you observe it?’ The core `I’ of subjectivity is different from any content because it turns out to be that which witnesses — not that which is observed. The ‘I’ can be experienced, but it cannot be `seen’. `I’ is the observer, the experiencer, prior to all conscious content.
Om dit te ervaren het volgende Engelse filmpje:
Voor de mensen die liever Nederlands spreken het volgende:
Ervaar steeds wie observeert!
Bewustzijn
Deikman laat vervolgens een aantal definities van het Ik de revue passeren, die alen opgebouwd zijn uit gedachten constructies, om het grote verschil duidelijk te maken met de ervaarde werkelijkheid van het bovenstaande experiment. In dat experiment laten we de normale persoon die we zijn rusten en richten onze aandacht op de bron van dat alles, het IK dat het bewustzijn zelf is. Deikman sluit hierbij heel dicht aan op het werk van Wolinsky, die met zijn boek Het vuur van de Aandacht ook een aantal experimenten aanreikt om tot de ervaring van de bron van ons zijn te komen.
we use introspection to search for the origin of our subjectivity, we find that the search for ‘I’ leaves the customary aspects of personhood behind and takes us closer and closer to awareness, per se. If this process of introspective observation is carried to its conclusion, even the background sense of core subjective self disappears into awareness. Thus, if we proceed phenomenologically, we find that the ‘I’ is identical to awareness: ‘I’ = awareness.
Bewustzijn, aldus Deikman, is wezenlijk anders dan ons denken, onze emoties en onze gewaarwordingen. Het is de bron waarvanuit dit alles zich manifesteert.
Awareness is something apart from, and different from, all that of which we are aware: thoughts, emotions, images, sensations, desires and memory. Awareness is the ground in which the mind’s contents manifest themselves; they appear in it and disappear once again.
I use the word ‘awareness’ to mean this ground of all experience. Any attempt to describe it ends in a description of what we are aware of. On this basis some argue that awareness per se doesn’t exist. But careful introspection reveals that the objects of awareness — sensations, thoughts, memories, images and emotions — are constantly changing and superseding each other. In contrast, awareness continues independent of any specific mental contents.
In het veld van ons bewustzijn vinden dus steeds wisselingen plaats van de inhoud van de gedachten, de inhoud van de gevoelens e.d., maar het veld waaruit dat alles ontstaat blijft onafhankelijk daarvan bestaan.
Het is wat Eckhart Tolle altijd zegt over gedachten en emoties zijn eigenlijk alleen maar dingen, die opkomen binnen ons bewustzijn, en dat we ons bewustzijn kunnen laten rusten in dat veld, in plaats van ons te indentificeren met de inhoud van die gedachten en gevoelens. Luister maar eens wat dat voor enorme betekenis kan hebben voor ons bestaan:
Tweede experiment
Experiment 2: Look straight ahead. Now shut your eyes. The rich visual world has disappeared to be replaced by an amorphous field of blackness, perhaps with red and yellow tinges. But awareness hasn’t changed. You will notice that awareness continues as your thoughts come and go, as memories arise and replace each other, as desires emerge and fantasies develop, change and vanish. Now try and observe awareness. You cannot. Awareness cannot be made an object of observation because it is the very means whereby you can observe.
Sluit je ogen en richt je aandacht naar binnen. Merk op dat alle kleuren en vormen verdwijnen om daarvoor plaats te maken voor een amorf veld van vage kleuren en zwartheid. Maar het bewustzijn blijft onveranderd. Er boijft bewustzijn van het komen en gaan van gedachten, van herinneringen, en fantasieen. Probeer dat bewustzijn eens te observeren dat dat observeert. Wat merk je dan?
Het bewustzijn laat zich niet observeren, het is geen ;ding’, maar een staat van zijn. Het is de bron waaruit alle vormen van gedachten en emoties voortkomen. Het heeft geen eigenschappen, geen vorm, geen inhoud. Hierbij sluit Dekman direct aan bij de beschrijving van de grond van zijn door de grote Zenmeesters en Advaita leraren.
Awareness cannot itself be observed, it is not an object, not a thing. Indeed, it is featureless,
lacking form, texture, colour, spatial dimensions. These characteristics indicate that awareness is of a different nature than the contents of the mind; it goes beyond sensation, emotions, ideation, memory. Awareness is at a different level, it is prior to contents, more fundamental. Awareness has no intrinsic content, no form, no surface characteristics — it is unlike everything else we experience, unlike objects, sensations, emotions, thoughts, or memories.
Misschien tijd voor een bijzonder filmpje over het bewustzijn, en zijn eenheidskarakter. Dit is mijn lievelingsfilmpje!
Een totaal 5 sterren filmpje op utube, geniet ervan!
Dekman vat dat samen:
Experience consists of the observer and the observed.
Our sensations, our images, our thoughts — the mental activity by which we engage and define the physical world — are all part of the observed.
In contrast, the observer — the ‘I’ — is prior to everything else; without it there is no experience of existence. If awareness did not exist in its own right there would be no ‘I’. There would be ‘me’, my personhood, my social and emotional identity — but no ‘I’, no transparent centre of being.
Verwarringen over het IK
De psychologie heeft in haar hele bestaan het bewustzijn zelf over het hoofd gezien, aldus Deikman. De grondlegger van de psychologie, William James zag dat al over het hoofd en meende dat de ervaarde werkelijkheid gelijk staat aan het identiteitsgevoel. Die ervaarde werkelijkheid is een pure zintuigelijke en lichamelijke sensatie.
One can read numerous psychology texts and not find any that treat awareness as a phenomenon in its own right, something distinct from the contents of consciousness. Nor do their authors recognize the identity of ‘I’ and awareness.
To the contrary, the phenomenon of awareness is usually confused with one type of content or another.
William James made this mistake in his classic, Principles of Psychology. When he introspects on the core `self of all other selves’ he ends up equating the core self with `a feeling of bodily activities. . .
‘ concluding that our experience of the `I’, the subjective self, is really our experience of the body:. . . the body, and the central adjustments which accompany the act of thinking in the head. These are the real nucleus of our personal identity, and it is their actual existence, realized as a solid, present fact, which makes us say `as sure as I exist’ (James, 1950).
Dekman wijst op de simpele ervaring dat als je met je bewustzijn naar binnen gaat, je een glimp leert ervaren van de grond van dat bewustzijn zelf:
To the contrary, I would say that I am sure I exist because my core `I’ is awareness itself, my ground of being. It is that awareness that is the `self of all other selves’. Bodily feelings are observed: `I’ is the observer, not the observed.
Wat overbljft…is het lege bewustzijn: experiment 3
Om via een andere route te ervaren wat de essentie van ons bewustzijn is, heeft de Indiase mysticus Osho een bijzonder oude meditatie opgediept en voor het westen ontsloten. Deze oefening kan alleen gedaan worden door goed geintegreerde mensen, en moet niet gedaan worden in een periode van emotionele instabiliteit. We geven het integraal weer:
In life, nothing is certain except death.
Secondly: death is not going to happen in the end; it is already happening. It is a process. Just as life is a process, death is a process.
We create the now, but life and death are just like your two feet, your two legs. Life and death are both one process. You are dying every moment.
Let me put it in this way: whenever you inhale, it is life, and whenever you exhale, it is death.
For fifteen minutes, exhale deeply. Sit in a chair or on the ground, exhale deeply, and while exhaling close the eyes. When the air goes out, you go in. And then allow the body to inhale, and when the air goes in, open the eyes and you go out.
It is just the opposite: when the air goes out, you go in; when the air goes in, you go out.When you exhale, space is created within, because breath is life.
When you exhale deeply, you are vacant, life has gone out. In a way you are dead, for a moment you are dead. In that silence of death, enter within. Air is moving out: you close your eyes and move within. The space is there and you can move easily.
Within fifteen minutes you will feel so deeply relaxed, and you will be ready to do the technique.
Lie down.
First conceive of yourself as dead; the body is just like a corpse. Lie down, and then bring your attention to the toes. With closed eyes move inwards. Bring your attention to the toes and feel that the fire is rising from there upwards, everything is being burned.
As the fire rises, your body is disappearing. Start from the toes and move upwards.
Why start from the toes? It will be easier, because the toes are very far away from your I, from your ego. Your ego exists in the head. You cannot start from the head, it will be very difficult, so start from the far away point.
The toes are the most far away point from the ego. Start the fire from there. Feel that the toes are burned, only ashes remain, and then move slowly, burning everything that the fire comes across.
Every part ― the legs, the thighs ― will disappear.And just go on seeing that they have become ashes. The fire is rising upwards, and the parts it has passed are no more there; they have become ashes.
Go on upwards, and lastly the head disappears. Everything has become…the dust has fallen unto dust…You will remain just a watcher on the hill.
The body will be there ― dead, burned, ashes ― and you will be the watcher, you will be the witness.
This witness has no ego.This technique will take at least three months. Go on doing it. It is not going to happen in one day, but some day you will actually see the body gone to ashes. Then you can watch.
Osho: Excerpted from The Book of Secrets
Dit bijzonder heftige experiment heeft nodigt uit om het naakte bewustzijn in haar stilte te ervaren.
Aansluiting bij de Advaita
h1>
We zijn nu met Deikman aangeland bij de Oosterse filosofie en mystiek, waar veel ervaring is met meditaties die het zelf laten rusten in de grond van het lege bewustzijn. Dekman wijst op de diverse stromingen en zegt o.a. dit:
Eastern mystical traditions use meditation practice to experience the difference between mental activities and the self that observes.
For example, the celebrated Yogi, Ramana Maharshi, prescribed the exercise of `Who am I?’ to demonstrate that the self that observes is not an object; it does not belong to the domains of thinking, feeling, or action (Osborne, 1954).
`If I lost my arm, I would still exist. Therefore, I am not my arm. If I could not hear, I would still exist. Therefore, I am not my hearing.’ And so on, discarding all other aspects of the person until finally, `I am not this thought,’ which could lead to a radically different experience of the `I’.
Similarly, in Buddhist vipassana meditation the meditator is instructed to simply note whatever arises, letting it come and go. This heightens the distinction between the flow of thoughts and feelings and that which observes.
Het zoeken van het Zelf
Deikman citeert een erg leuke parabel:
A group of travellers forded a river. Afterwards, to make sure everyone had crossed safely, the leader counted the group but omitted himself from the count. Each member did the same and they arrived at the conclusion that one of them was missing. The group then spent many unhappy hours searching the river until, finally, a passerby suggested that each person count their own self, as well. The travellers were overjoyed to find that no one was missing and all proceeded on their way.
Hij zegt dan: dat is precies wat de westerse psychologie doet, ze tellen de instantie die telt niet mee…
Like the travellers, Western psychology often neglects to notice the one that counts. Until it does, its progress will be delayed.
En Deikman eindigt zijn analyse met:
Once we grant the identity of `I’ and awareness we are compelled to extend to the core subjective self whatever ontological propositions seem appropriate for awareness. If awareness is non-local, so is the essential self. If awareness transcends material reality so does the ‘I’. If awareness is declared to be non‑existent then that same conclusion must apply to the ‘I’. No matter what one’s ontological bias, recognition that ‘I’ = awareness has profound implications for our theoretical and personal perspective.
In andere bronnen van de hand van Deikman meer.[1] [2], alsmede op zijn website.
Bron
Journal of Consciousness Studies, 3 (4), pp. 350-6. Arthur J. Deikman, Department of Psychiatry, University of California, Langley Porter Psychiatric Institute, 401 Parnassus Avenue, San Francisco,CA 94143, USA. Email: deikman@att.net
[1] Deikman AJ. | Implication of experimentally induced contemplative meditation. | J Nerv Ment Dis. | 1966 Feb;142(2):101-16.
[2] DEIKMAN AJ. | Experimental meditation. | J Nerv Ment Dis. | 1963 Apr;136:329-43.