Grootste objectieve website voor
 complementaire en alternatieve geneeskunde

IOCOB

Home > Top menu > EU ruimt volwaardige plaats in voor complementaire behandelwijzen

EU ruimt volwaardige plaats in voor complementaire behandelwijzen

Op 23 oktober 2007 is door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gezamenlijk een - zeer belangrijk - besluit aangenomen, namelijk het 'Besluit ter vaststelling van een tweede communautaire actieprogramma 2008-2013 op het gebied van gezondheid'. De Raad van de Europese Unie is de Raad van Ministers die de lidstaten op het niveau van de Europese Unie vertegenwoordigen.

De kern van het Europese Besluit is dat het belang moet worden erkend van een holistische en pluralistische benadering van de volksgezondheid en rekening gehouden dient te worden met complementaire en alternatieve geneeswijzen.

Het betreft het Besluit nr. 1350/2007/EG dat in werking is getreden op 21 november 2007, en is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie dd 20 november 2007, L 301/3. Het Besluit is gebaseerd op artikel 152 van het EEG-Verdrag welk artikel betrekking heeft op het doen van aanbevelingen die bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van de Europese gemeenschap op het terrein van de volksgezondheid. 

Dit omvangrijke en ambitieuze communautaire actieprogramma stipuleert niet alleen tal van belangrijke beleidspunten en doelstellingen die de EU-lidstaten in hun nationale gezondheidszorg in de periode tot 2013 moeten verwezenlijken, maar schrijft tevens voor dat in die periode een aantal belangrijke speerpunten van inter-Europees gezondheidsbeleid worden gerealiseerd in de sector van grensoverschrijdende ziektenbestrijding en gezondheidspreventie.

De Europese Unie stelt voor dit communautaire actieprogramma tot het jaar 2013 maar liefst een bedrag van ruim 321 miljoen euro ter beschikking voor de lidstaten annex projecten die daadwerkelijk in het actieprogramma participeren.

Complementaire en alternatieve geneeskunde erkend in het communautaire actieprogramma 2008-2013

De Europese Unie, in de wandeling veelal aangeduid als ‘Brussel’, ruimt in het actieprogramma een volwaardige plaats voor de aanvullende geneeswijzen in. In het meergenoemde Besluit is namelijk in onderdeel 24 letterlijk het volgende bepaald:

‘In het programma moet het belang worden erkend van een holistische en pluralistische benadering van de volksgezondheid en moet er, zo nodig en waar wetenschappelijke of klinische bewijzen aanwezig zijn van de doelmatigheid, rekening worden gehouden met complementaire en alternatieve geneeskunde’.

Nederland heeft bij dit Besluit in een zogeheten ‘initieel standpunt’ weliswaar op enige onderdelen van het actieprogramma een voorbehoud gemaakt, maar dit voorbehoud is uitdrukkelijk niet gemaakt voor het hiervoor in onderdeel 24 geformuleerde Europese beleid inzake aanvullende geneeswijzen.

 Commentaar IOCOB

Het is uiteraard zeer verheugend dat op Europees niveau veel beter dan in Nederland ten volle het belang wordt ingezien van aanvullende geneeswijzen waarvoor wetenschappelijke en klinische bewijzen voorhanden zijn betreffende hun effectiviteit. De formulering van onderdeel 24 is vrijwel identiek aan de statutaire doelstelling van IOCOB. Dus volgens ‘Brussel’ geen discriminatie van complementaire artsen maar erkenning van hun belangrijke bijdrage aan de gezondheidszorg.

Bezien in het licht van dit communautaire actieprogramma 2008-2013 valt dan ook niet aan de Nederlandse bevolking uit te leggen waarom de staatssecretaris van Financien bij zijn presentatie van het Belastingplan 2008 in september 2007 gemeend heeft om niettemin BTW te gaan heffen over de medische diensten van complementaire artsen. Het ligt immers voor de hand dat hem reeds toen vanwege de minister van VWS de informatie werd aangereikt omtrent de visie van ‘Brussel’ over het belang van aanvullende geneeswijzen in het Europese actieplan. Waarom heeft de staatsecretaris toen dan de verkeerde kant opgekeken? En nog minder valt te begrijpen waarom de staatssecretaris anno 2008 zijn voorstel inzake de BTW opnieuw van stal heeft gehaald, wetende dat zijn fiscale wetsvoorstel geheel in strijd is met de inmiddels afgeronde Europese besluitvorming op dit punt?

Nu vaststaat dat Nederland het Europese actieplan heeft geaccordeerd en daarmee tevens heeft ingestemd met de plaats en betekenis van de complementaire en alternatieve geneeskunde daarin, is het goed de staatssecretaris van Financiën er hierbij aan te herinneren dat de Nederlandse politiek in dit geval niet wordt beheerst door het in Madurodam beoogde regime dat wettelijke discriminatie veroorzaakt, maar door de regelgeving vanuit ‘Brussel’.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.