Alternatieve artsen riskeren titelverlies

Een verdere toelichting bij de actie GAVOORCAM: sommige lezers van IOCOB hebben toelichting gevraagd op punt 2 van onze lijst met eisen, i.v.m. de titel arts. Hierbij de toelichting:
Onder de titel 'Alternatieve artsen riskeren titelverlies'l is in Medisch Contact van 22 september 2006 een artikel van Evert Pronk geplaatst dat aan het slot is voorzien van de volgende ingekaderde tekst:

De Vereniging Homeopatische Artsen Nederland (VHAN) is niet bekend met de eisen voor herregistratie, zegt woordvoerder Christien Klein. ‘Wij waren niet welkom bij het overleg over de criteria voor herregistratie. Alleen de KNMG mocht de beroepsgroep van artsen vertegenwoordigen. De VHAN heeft vervolgens de KNMG gevraagd ook onze belangen te behartigen’.

De KNMG heeft de problemen rondom de herregistratie in de breedte aangekaart. Hierbij is niet specifiek gekeken naar eventuele problematiek van alternatief werkende artsen, aldus mr Diederik van Meersbergen van de Afdeling Beleid & Advisering van de KNMG.

‘De redenering van het ministerie klopt wel, maar in de praktijk betekent het niet zo veel’, zegt hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate. ‘De meeste alternatief werkende artsen combineren homeopathie of acupunctuur met reguliere geneeskunde. Het valt moeilijk in maat en getal aan te geven welk deel alternatief en welk deel regulier is. De eisen voor herregistratie zijn dermate breed dat de meeste alternatieve artsen er wel doorheen zullen glippen. Artsen die zich louter met alternatieve geneeswijzen bezighouden, zoals homeopathie en acupunctuur zullen zich moeten scholen om hun titel te behouden’.

Commentaar

Deze tekst laat wat betreft de de toekomstige herregistratievereisten op de voet van de Wet BIG, zoals deze door de minister van VWS denkelijk worden voorbereid, aan duidelijkheid niets te wensen over. Uitsluitend de combinatie alternatief/regulier, zoals bijvoorbeeld bij de homeopatische of antroposofische huisarts, biedt deze dokters ‘wellicht’ de mogelijkheid om ‘er door heen te glippen’, uitsluitend dank zij de zuiverende werking van de reguliere component in hun praktijkvoering, maar niet omdat deze artsen geacht worden daarnaast een volwaardige alternatieve/complementaire geneeswijze, zoals de homeopathie of de antroposofie, toe te passen.

Daarnaast is het van groot belang om nog eens een citaat te geven van de directeur Beleid van de KNMG, Dr Lode Wigersma:

‘Evidence-based werken is geen formele kwaliteitseis, ook niet in de reguliere geneeskunde. Dat is ook niet goed voorstelbaar, want ruimschoots minder dan de helft van het regulier medisch handelen is evidence-based.’ (NTvG noemt KNMG-standpunt ‘vreemd’ Publicatie: Nr. 02 – 12 januari 2007 Rubriek: NieuwsReflexBron(nen): 49)

Alternatieve artsen inferieur volgens minister

De alternatieve geneeswijze is in de hier ontvouwde visie van de minister van VWS slechts een volstrekt ongewenst en inferieur bijproduct van de gangbare geneeskunde. De consultatieve artsen die louter niet-regulier praktiseren, raken hun artsentitel zonder meer kwijt, tenzij zich alsnog regulier bijscholen en die tak van geneeskunde ook in voldoende mate concreet praktiseren. Zo niet, dan is het voor hen einde verhaal.

Ongehoord precedent 

Het voornemen voor het apart zetten van de alternatieve dokters in de huidige BTW is op dit traject de eerste stap: hun als artsen verleende diensten worden niet meer erkend als te zijn gericht op de genezing van ziekten en de bevordering van de gezondheid. Voor de fiscaliteit wordt de alternatieve arts dus onttroond en is hij/zij geen echte dokter meer. Hiermee wordt een ongehoord precedent geschapen dat de poort opent naar een mogelijk volledige verbanning van complementaire/alternatieve artsen uit de gezondheidszorg. Dit is Nederland anno 2008.

Oproep IOCOB aan parlementariërs: stop omstreden plannen BTW!

Daarom deze oproep van IOCOB aan de parlementariers die vrijdag a.s met de staatssecretaris van Financiën van gedachten wisselen over diens voorgenomen BTW-heffing over de medische diensten van niet-reguliere artsen.

IOCOB verzoekt u hierbij om aan de staatssecretaris van Financien de indringende vraag voor te leggen te vragen of en waarom hij met dit uiterst omstreden fiscale wetsvoorstel zich, naar het lijkt, heeft geleend voor de rol van kwartiermaker ten dienste van de toekomstige strategische plannen van de minister van VWS.

Duidelijkheid over dit schimmenspel tussen Financiën en VWS is, vooral in het belang van de Nederlandse patiënten, dringend geboden.