Grootste objectieve website voor
 complementaire en alternatieve geneeskunde

IOCOB

Home > Top menu > Creativiteit en lateraal denken

Creativiteit en lateraal denken

Waarom was Einstein zo geniaal? Wat is creativiteit? Kan je creativiteit leren? Creativiteit en lateraal denken zijn enorm kostbare goederen in onze maatschappij. Creativiteit helpt bij vinden van originele oplossingen. En lateraal denken overlapt met creativiteit. Lateraal denken is het vermogen om nieuwe originele ideeen te ontwikkelen, die niet main-stream zijn. Think-out-off-the-box of kijken over de rand van de hoed...Via de neurologie en de neurofysiologie komen steeds meer waardevolle inzichten over creativiteit, onze hersenen en onze persoonlijkheidstructuren. 

IOCOB leest verder 

We houden ook de niet medische vakliteratuur (soms) bij. Hier een primeur voor 2008! De psychologen van de Oosterijkse univerisiteit in Graz, Andreas Fink en Aljoscha C. Neubauer publiceerden een bijzonder boeiende studie waarin ze aantoonden dat extroverte persoonlijkheidstructuur en relaxed zijn (alfa staat) aspecten zijn die hoge creativiteit mogelijk maken.

Aan het begin van hun studie verwijzen ze naar het werk van de bekende psycholoog Eysenck die de indeling introvert versus extrovert maakte. Uit zijn gedachtengoed stamt het idee dat extroverte mensen een lager stress niveau hebben, wat afleesbaar is aan een rustiger gedrag van de hersenschors:

The study of biological bases of the personality dimension extraversion–introversion has been stimulated by Eysenck’s (1967) well-known arousal theory according to which the level of extraversion is proposed to be inversely related to cortical arousal. 

Ze geven aan dat er studies zijn die inderdaad een relatie vonden tussen de alfa-staat op het EEG en extrovert-zijn:

…suggest that extraverted individuals show more alpha power or larger alpha amplitudes, respectively, than their introverted counterparts.

Een ander belangrijke bouwsteen van de fysiologie van de creativiteit is gelegd door de onderzoeker Martindale, die aantoonde dat originele ideeen vooral ontstaan als een denker in een totaal ontspannen staat is.

The neurophysiological creativity literature often refers to Martindale’s (1999) low arousal theory, which suggests that the production of novel, original ideas more likely occurs when an individual is in a state of low cortical arousal.

Om die relatie tussen creativiteit en ontspanning verder te onderzoeken ontwierpen de schrijvers van het artikel een complexe psychologisch testmethode. We zullen daar nu niet op ingaan. Maar de resultaten zijn boeiend!

Hun belangrijkste conclusie was:

 The main finding of the present study is that during creative idea generation more extraverted individuals who performed better on the task (i.e., higher originality) showed the highest level of alpha power, whereas in more introverted individuals who showed less original responses, the lowest amount of alpha power was observed.

Dus: een ontspannen geest, de hersenen in alfa-staat, helpt bij creatieve processen, zo mogen we dit wel kortsluiten.

Zakenleven en creativiteit 

Dit onderzoek geeft ons inziens dan ook aan hoe belangrijk methoden vanuit mindfulness en qigong kunnen zijn bij de bevordering van creativiteit en lateraal denken in het zakenleven en op de universiteit! Een pleidooi voor putten uit de juwelen binnen de alternatieve kennis van onze hersenen en gedrag…. 

Bron

Andreas Fink , Aljoscha C. Neubauer. Eysenck meets Martindale: The relationship between extraversion and originality from the neuroscientific perspective. Personality and Individual Differences 44 (2008) 299–310

Creativiteit en de hersenen: een boeiende visie van David Lynch:


 

Verder lezen

Amabile, T. (1982). Social psychology of creativity: A consensual assessment technique. Journal of Personality and Social Psychology, 43, 997–1013. 

Barrantes-Vidal, N. (2004). Creativity and madness revisited from current psychological perspectives. Journal of Consciousness Studies, 11, 58–78. 

Bhattacharya, J., & Petsche, H. (2005). Drawing on mind’s canvas: Differences in cortical integration patterns between artists and non-artists. Human Brain Mapping, 26, 1–14. 

Borkenau, P., & Ostendorf, F. (1993). NEO-Fu ? nf-Faktoren Inventar (NEO-FFI) nach Costa und McCrae. Gottingen: Hogrefe. 

Bowden, E. M., & Jung-Beeman, M. (2003). Aha! Insight experience correlates with solution activation in the right hemisphere. Psychonomic Bulletin & Review, 10, 730–737. 

Carson, S. H., Peterson, J. B., & Higgins, D. M. (2003). Decreased latent inhibition is associated with increased creative achievement in high-functioning individuals. Journal of Personality and Social Psychology, 85, 499–506. 

Cooper, N. R., Croft, R. J., Dominey, S. J. J., Burgess, A. P., & Gruzelier, J. H. (2003). Paradox lost? Exploring the role of alpha oscillations during externally vs. internally directed attention and the implications for idling and inhibition 

hypotheses. International Journal of Psychophysiology, 47, 65–74. 

Eysenck, H. J. (1967). The biological basis of personality. Springfield, IL: Charles C. Thomas. 

Eysenck, H. J. (1995). Creativity as a product of intelligence and personality. In D. H. Saklofske & M. Zeidner (Eds.), International handbook of personality and intelligence (pp. 231–247). New York, London: Plenum Press.  

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.