Een pleidooi voor echt eten
Echt eten!!! Wat zou dat zijn??? Daar komen elke maand boeken over uit. Tot brakens toe. Nu eindelijk een fris geluid.
Het Nederlandse Voedingscentrum ontvangt jaarlijks ruim 80.000 telefoontjes van mensen met vragen over eten. Ieder jaar zijn er weer enkele 'nieuwe dieten' (van Sonja Bakker of South Beach tot het Dovemansoren dieet) razend populair. Behalve recepten en adviezen wordt in boeken ook cognitieve gedragstherapie ingezet om 'te leren denken als een dun of gezond persoon'.
Termen zoals omega-3 vetzuren, vitamines, vezels en cholesterol zijn gemeengoed geworden die je niet kunnen ontgaan in de supermarkt of in televisie reclame. Als je hier nog nooit van gehoord hebt kan het niet anders dan dat je je eigen gezondheid niet serieus neemt...
Ondanks alle aandacht voor gezondheid en goede voeding lijkt het alsof we in het Westen meer dan ooit in verwarring zijn over wat we moeten eten. Volgens de Amerikaan Michael Pollan, schrijver van onder meer de bestseller 'The omnivore's dilemma', en dan nu van 'Een pleidooi voor echt eten' is dit logisch: we zijn volgens hem ten prooi gevallen aan het nutritionisme.
Nutrionisme…
Het nutritionisme is, zoals alle -ismen, een ideologie. Een van de onderdelen van deze ideologie is dat niet het voedsel zelf centraal staat, maar de voedingsstof. We spreken niet vaak meer over brood, broccoli en melk maar over veeleer over vezels, anti-oxidanten en verzadigd vet in zaken van voedingskundige aard.
Eten wordt hierdoor vooral een kwestie van biologie en gaat hiermee voorbij aan de andere aspecten van voedsel. Genot, sociale gemeenschapszin, identiteit, spiritualiteit en cultuur zijn in de huidige maatschappelijke tijdgeest ten koste gegaan van de thema’s gezondheid en aandacht voor ons lichaamsgewicht.
Pollan legt in zijn boek uit dat deze eendimensionale kijk op voeding ons tot dusverre niet het geluk of de gezondheid heeft gebracht die we ons wensen. Ziekten zoals diabetes type 2 (vroeger ouderdomsdiabetes genoemd en tegenwoordig soms al op kinderleeftijd aangetroffen) en overgewicht lijken epidemische vormen aan te nemen.
Hoewel Pollan in zijn boek veelal Amerikaanse gegevens gebruikt zijn deze vaak te generaliseren naar de Nederlandse situatie en ook voor ons herkenbaar en illustratief.
In ‘Een pleidooi voor echt eten’ schetst Pollan de ontstaansgeschiedenis van het nutritionisme, die volgens hem nauw samenhangt met de industriele ontwikkeling van de landbouw. Ook stelt hij kritische vragen over de bijdrage die de voedingswetenschap heeft geleverd aan de gezondheid van de Westerse mens. Door voortschrijdend inzicht zijn deze voedingsadviezen door de laatste decennia heen vaak verschillend geweest, wat kan bijdragen aan de verwarring van de gemiddelde eter.
Beschavingsziekten: oeps dat gaat snel!
In het tweede deel van het boek legt Pollan verband tussen het Westerse voedingspatroon en ‘beschavingsziekten’ zoals insulineresistentie en overgewicht. Hij illustreert zijn betoog met diverse antropologische studies.
Zo verhaalt hij van een experiment uit 1982 met een tiental Australische aboriginals die leden aan diabetes en obesitas. Deze mensen waren een gangbaar Westers dieet gaan eten en hadden hun traditionele eetcultuur losgelaten. In het kader van het experiment trokken de aboriginals zich 7 weken terug in de bush, waar zij hun traditionele voedingspatroon oppakten. Na slechts 7 weken bleken zij allen gewicht te hebben verloren, hun omega-3, cholesterol en triglyceriden status was verbeterd en hun glucose tolerantie genormaliseerd. De schadelijke invloed van het Westerse dieet bleek gelukkig omkeerbaar, ondanks dat het traditionele dieet van de aboriginals niet voldeed aan wat momenteel wetenschappelijk gezien tot een ‘gezond dieet’ wordt bestempeld… Pollan laat hierover diverse invloedrijke voedingsdeskundigen en epidemiologen (waaronder Walter Willett en Marion Nestle) aan het woord.
In het laatste deel van het boek besteedt Pollan aandacht aan hoe dan wel te eten, zonder de complexiteit van voedsel uit het oog te verliezen. Verwacht hier dus geen kant en klare dieetadviezen.
Pollan’s boek is een filosofische en vlot geschreven beschouwing die wil prikkelen en de bewustheid over onze relatie met voedsel wil stimuleren. Warm aanbevolen voor iedere eter.
Tenslotte uit de bespreking van de uitgeverij:
Samenvatting & achtergrondinformatie